In deze begroting 2026 laat Delfland zien wat we het komend jaar gaan doen en wat daarvan de kosten zijn. We streven daarbij naar een goede balans tussen inkomsten en uitgaven. Hierbij maken we zorgvuldige afwegingen over investeren, besparen en optimaliseren.
De Begroting 2026 en Meerjarenraming 2027-2030 zijn gebaseerd op:
- het Coalitieakkoord 2023-2027 ‘Water voor Mens en Natuur’ ;
- het Waterbeheerprogramma 2022-2027;
- de Kadernota 2026;
- de Begroting 2025 en Meerjarenraming 2026-2027; en
- de structurele mutaties uit de bestuursrapportage (Burap) 2025.
Voor het opstellen van deze begroting en meerjarenraming hanteren wij de volgende onderstaande (financiële) uitgangspunten en normen en kostentoedeling.
Kostenverdeling | De in 2022 vastgestelde nota Systematiek Kostenverdeling vormt de basis voor de Begroting 2026 voor wat betreft de toerekening van kosten aan de twee wettelijke taken. | |
|---|---|---|
Kostentoedeling | Voor de toerekening van de kosten voor de watersysteemtaak aan de verschillende categorieën belastingplichtigen hanteren wij de verdeling conform de door de VV vastgestelde kostentoedelingsverordening watersysteemheffing Delfland 2026. | |
Inflatie | Wij gaan uit van een indexering van de kosten van 2,6% in 2026, 2,5% voor 2027 en 2,0% voor de jaren daarna. Deze percentages zijn gebaseerd op de consumentenprijsindex (CPI). | |
Loonkosten | In de Begroting 2026 gaan wij uit van 3,6% cao-verhoging. Hierin is 1% automatische prijscorrectie opgenomen (APC). Voor 2027 en verder is gerekend met 3%. | |
Onvoorzien | In de Begroting 2026 en Meerjarenraming hebben wij € 0,1 miljoen voor onvoorziene kosten (wettelijk onvoorzien) opgenomen. | |
Groei heffingseenheden | Voor de groei van het areaal aan ingezetenen en huishoudens gaan wij voor 2026 en meerjarig uit van ca.1%. | |
Heffingen | De totale belastingenopbrengsten stijgen met 7% in 2026 ten opzichte van 2025. Binnen het watersysteem is de toename 5,5%, voor de zuivering 8,3%. Van de stijging is ruim 1% toe te rekenen aan de uitbreiding van het areaal. De jaarlijkse toename van de heffingen, exclusief de uitbreiding van het areaal, van 2027 tot en met 2030 is respectievelijk per jaar 5,1%, 5,1%, 5,8% en 3,6%. | |
Afschrijvingen | De afschrijvingen in de begroting baseren wij op de projecten die tot en met 31 december 2025 zijn geactiveerd en de actualisatie van de nog te activeren projecten tot en met 2030. | |
Vergelijkende begrotingscijfers | In de tabellen staan ter vergelijking de realisatie Jaarrekening 2024 en de bijgestelde Begroting 2025 (primaire begroting inclusief de begrotingswijzigingen uit de Burap 2025). Waar in de kop van de tabellen Begroting 2025 staat, is dit de bijgestelde begroting. | |
Leningenportefeuille | Op nieuwe af te sluiten leningen gaan wij jaarlijks aflossen. De huidige leningenportefeuille lossen wij af conform het aflossingsschema. | |
Reserves | Voor grote investeringen vinden extra reserveringen plaats om de toekomstige kapitaallasten te kunnen dekken. In paragraaf 2.2 Duurzaam evenwichtige financiën worden de meerjarige extra reserveringen toegelicht. | |
Uurtarieven 2026 | Voor externe subsidieaanvragen en levering van diensten aan derden gelden in 2026 de uurtarieven in de volgende tabel: |
1.2 .1 Tabel: loonkosten inclusief overhead
Component/schaal (in €) | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Loonkosten inclusief overhead | 79 | 83 | 86 | 93 | 100 | 109 | 118 | 129 | 140 | 150 |
