5. Financiën

5.1 Exploitatierekening

5.1.1 Exploitatierekening naar kosten-en opbrengstensoorten

Kostensoorten

5.1.1.1 Tabel: Kostensoorten

Bedragen * €1.000

Kostengroepen

Rekening 2024

Bijgestelde begroting 2025

Begroting 2026

Raming 2027

Raming 2028

Raming 2029

Raming 2030

Rente en afschrijvingen

Externe rentelasten

26.664

24.606

26.453

30.915

35.184

40.768

42.330

Afschrijvingen van activa

39.518

40.418

40.338

40.999

42.447

42.901

43.146

Personeelslasten

Salarissen huidig personeel en bestuurders

48.694

58.569

59.799

60.180

60.155

60.856

62.458

Sociale premies

13.311

15.849

16.512

16.195

16.631

16.794

17.258

Overige personeelslasten

3.555

3.309

3.414

3.356

3.349

3.357

3.379

Personeel van derden

14.401

6.695

5.854

5.335

5.228

5.188

5.098

Goederen en diensten van derden

Duurzame gebruiksgoederen

6.913

6.857

7.002

6.934

6.846

6.773

6.675

Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

208

148

185

193

202

212

222

Energie

7.311

6.770

6.337

6.645

6.985

7.419

7.821

Huren en rechten

101

11

6

6

6

6

6

Leasebetalingen operational lease

54.277

53.926

54.941

56.261

57.612

60.375

60.355

Pachten en erfpachten

3

4

4

4

4

4

4

Verzekeringen

414

435

435

435

435

435

435

Belastingen

2.046

2.049

2.043

2.046

2.050

2.053

2.057

Onderhoud door derden

9.078

26.509

29.895

30.680

23.395

23.336

23.368

Overige diensten door derden

52.399

56.080

57.991

57.881

59.312

60.275

60.433

Bijdragen aan derden

Bijdragen aan bedrijven

794

359

459

659

359

359

659

Bijdragen aan het Rijk

12.904

12.100

11.900

10.600

13.600

15.000

27.100

Bijdragen aan openbare lichamen

10.638

4.460

6.309

3.690

1.640

1.592

1.631

Bijdragen aan overigen

1.069

537

271

304

406

437

435

Toevoegingen aan reserves en voorzieningen

Toevoegingen aan voorzieningen

763

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

0

100

103

2.711

5.085

5.430

7.130

Totaal kosten

305.059

319.791

330.248

336.028

340.931

353.567

371.998

Rente en afschrijvingen

De afwijking van deze posten tussen de begroting 2025 en de begroting 2026 betreft voornamelijk de stijging van de externe rentelasten.

De stijging van de rentelasten met circa € 1,9 miljoen ten opzichte van de Begroting 2025 komt door hogere rentelasten, omdat we meer financiering aantrekken vanwege de geactualiseerde planning van toekomstige investeringsuitgaven.


Personeelskosten (salarissen, sociale lasten) en personeel van derden

De personeelskosten stijgen in 2026 met € 1,2 miljoen; dit is circa 1,3% ten opzichte van 2025. Dit komt voornamelijk door de cao. Voor de Begroting 2026 rekenen we met een cao-toename van 3,6% (inclusief 1% automatische prijscorrectie).

De personeelskosten stijgen beperkt vanwege minder formatie en inhuurkosten als gevolg van de verwerkte voorstellen voor efficiency en ombuigingen uit de Kadernota 2026.

Duurzame gebruiksgoederen

De effecten van de ombuigingen en intensiveringen uit de Kadernota 2026 zorgen in deze kostengroep voor een relatief stabiel budget.

Energiekosten

Deze post betreft het energiegebruik in eigen installaties. De energielasten dalen in 2026 ten opzichte van 2025, doordat we zowel efficiency realiseren als lagere energieprijzen verwachten.  

Leasebetalingen

Dit betreft de dienstverleningsvergoeding aan Delfluent voor het beheer en onderhoud van de afvalwaterzuiveringen Harnaschpolder en Houtrust. De prijzen van energie en grondstoffen (chemicaliën) beïnvloeden de dienstverleningsvergoeding. Op basis van de gepubliceerde (voorlopige) indices neemt deze ten opzichte van 2025 met circa € 1 miljoen toe.

Onderhoud door derden en overige diensten door derden

De kosten van onderhoud door derden en overige diensten door derden in 2026 stijgen in totaal circa € 5,3 miljoen ten opzichte van 2025. Dit komt grotendeels door de toegekende bedragen uit de Kadernota 2026, zoals kosten voor het afvangen van Amerikaanse rivierkreeften (€ 2,4 miljoen) en groot onderhoud aan de NEZ's (€ 0,5 miljoen).

In de post '
Overige diensten door derden' zijn naast de inflatiecorrectie op verschillende budgetten ook hogere kosten zichtbaar. Dit komt onder andere door advieskosten voor maatregelen ter intensivering van de aanpak waterkwaliteit. Tegelijkertijd dalen bepaalde kosten door ombuigingen en efficiency uit de Kadernota 2026.

Bijdragen aan derden

De bijdragen aan derden stijgen in 2026 met € 0,1 miljoen en in 2027 met € 0,2 miljoen. Dit komt door de Waterschapsverkiezingen in 2027. Het betreft een verschuiving in de tijd, omdat in 2028 en 2029 het budget met € 0,3 miljoen per jaar wordt verlaagd.

Bijdragen aan het Rijk

De bijdrage aan het HWBP daalt in de begroting 2026 met € 0,2 miljoen ten opzichte van 2025.

Bijdragen aan openbare lichamen en aan overigen

De bijdragen aan openbare lichamen en overigen stijgen door het grote renovatieproject van de gemeente Rotterdam aan het rioolgemaal Heemraadplein en de persleiding naar de zuiveringsinstallatie Dokhaven van waterschap Hollandse Delta. Het project omvat nu een groter gebied dan wij in de Burap 2025 aankondigden. Het renovatietraject De Boring Heemraadsingel valt hier ook onder.

Onvoorzien

De begroting bevat jaarlijks structureel de wettelijke post onvoorzien van € 0,1 miljoen.

De bedragen vanaf 2027 betreffen de inflatiecorrectie van de budgetten in de meerjarenraming.

Opbrengstensoorten

5.1.1.2 Tabel: Opbrengstensoorten

Opbrengstengroepen 

Rekening 2024 

Begroting 2025 

Begroting 2026 

Raming 2027 

Raming 2028 

Raming 2029 

Raming 2030 

Financiële baten

Externe rentebaten 

4.054 

-561 

Dividenden en bonusuitkeringen 

-827 

-827 

-827 

-827 

-827 

-827 

-827 

Financiële baten

Baten in verband met salarissen en sociale lasten 

-492 

-300 

-300 

-300 

-300 

-300 

-300 

Uitlening van personeel 

-1.379 

-440 

-288 

-108 

-100 

-100 

-100 

Financiële baten

Verkoop van grond 

-130 

-630 

-200 

-200 

-200 

-200 

-200 

Verkoop van duurzame goederen 

-467 

Verkoop van overige goederen 

-7.130 

-5.943 

-5.624 

-5.642 

-5.667 

-5.660 

-5.674 

Opbrengst uit grond en water 

-539 

-323 

-330 

-330 

-330 

-330 

-330 

Huuropbrengst uit overige eigendommen 

-223 

-180 

-180 

-180 

-180 

-180 

-180 

Diensten voor derden 

-18.804 

-18.808 

-18.079 

-18.194 

-18.259 

-18.371 

-18.423 

Financiële baten

Bijdragen van de EU 

30 

Bijdragen van het Rijk 

-378 

-2.655 

-2.425 

-2.580 

-2.718 

-2.678 

-2.678 

Bijdragen van provincies 

-562 

Bijdragen van overige openbare lichamen 

-180 

-50 

-77 

-77 

-77 

-77 

-77 

Bijdragen van overigen 

-148 

Financiële baten

Geactiveerde lasten 

-1.639 

-2.699 

-2.553 

-2.535 

-2.520 

-2.562 

-2.630 

Financiële baten

Waterschapsbelastingen opbrengsten 

-300.363 

-308.971 

-329.953 

-350.069 

-371.399 

-392.740 

-410.746 

Kwijtscheldingen 

5.462 

6.194 

6.078 

6.364 

6.663 

6.920 

6.970 

Oninbaarverklaringen 

3.183 

4.025 

4.268 

4.556 

4.851 

5.155 

5.438 

Totaal opbrengsten 

-328.639 

-332.168 

-350.491 

-370.121 

-391.063 

-411.949 

-429.756 

(Bedragen met een min-teken zijn opbrengsten)

Financiële baten

De daling bij deze post is het gevolg van eenmalige rentebaten in 2025 vanuit het schatkistbankieren. In 2026 rekenen we niet op rentebaten vanuit schatkistbankieren door de verwachte lagere liquiditeitspositie.

Personeelsbaten

De personeelsbaten betreffen de opbrengsten uit detachering van eigen personeel en de baten in verband met salarissen en sociale lasten zoals vergoedingen voor medewerkers vanwege zwangerschapsverlof. Door aflopende detacheringsovereenkomsten in 2026 nemen de baten hieruit af.

Verkoop van grond

In de Burap 2025 hebben wij eenmalig een opbrengst uit de verkoop van onroerend goed begroot. Voor 2026 verwachten wij geen extra verkoop van onroerend goed.

Verkoop van overige

De daling in 2026 ten opzichte van 2025 komt door een hogere verkoop van vloeibaar CO 2 in 2025 die in de Burap 2025 vermeld staat.

Diensten voor derden

De afname in de opbrengsten ten opzichte van 2025 heeft voornamelijk betrekking op de in de Burap 2025 opgenomen mutaties.

Bijdragen van het Rijk

Delfland ontving vanuit het Rijk minder subsidie voor het natuurbeheer, voor het onderhoud van primaire waterkeringen en voor de activiteiten in het kader van de Wet open overheid.

Waterschapsbelastingen

De waterschapsbelastingen lichten wij in paragraaf 4.3 'Waterschapsbelastingen' toe.

Geactiveerde lasten

De daling van de geactiveerde lasten ten opzichte van de begroting 2025 heeft betrekking op de nieuwbouw van De Vergulde Hand. De kosten van eigen en ingehuurd personeel van derden dat wij voor dit project inzetten, wordt doorbelast aan De Vergulde Hand.

Bestemming exploitatieresultaat voor en na mutaties reserves

Het totaal aan kosten en opbrengsten levert een exploitatieresultaat op voor bestemming. Vervolgens muteren we de reserves (onttrekkingen zoals tariefdemping en stortingen zoals reservering toekomstige kapitaallasten) en krijgen we een exploitatieresultaat na bestemming. In de begroting en meerjarenraming dient het exploitatieresultaat na bestemming nul (0) te zijn. De getoonde saldi in onderstaande tabel zijn afrondingsverschillen.

5.1.1 .3 Tabel: Bestemming exploitatieresultaat voor en na mutaties reserves

Opbrengstengroepen 

Rekening 2024 

Begroting 2025 

Begroting 2026 

Raming 2027 

Raming 2028 

Raming 2029 

Raming 2030 

Totaal kosten 

305.059 

319.792 

330.248 

336.028 

340.931 

353.567 

371.998 

Totaal opbrengsten 

-328.639 

-332.168 

-350.491 

-370.121 

-391.063 

-411.949 

-429.756 

Mutatie reserves

Toevoeging aan reserves 

22.968 

17.724 

25.132 

35.032 

54.232 

66.233 

61.733 

Onttrekkingen aan reserves 

-9.741 

-5.349 

-4.890 

-940 

-4.100 

-7.850 

-3.975 

* Een minteken voor het exploitatieresultaat betekent dat er meer opbrengsten zijn dan kosten.

Deze pagina is gebouwd op 11/28/2025 11:34:08 met de export van 11/28/2025 10:55:22