3.2 Waterkwaliteit, biodiversiteit, recreatie en externe verbinding | 3.2.1 Programmalijn Waterkwaliteit

Doel

3.2.1.1 Tabel: Doel, verwacht resultaat en activiteiten

Doel
Schoon, gezond en levend water in ons beheergebied, dat bijdraagt aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.
Nadere toelichting
Doelen en richtingen voor maatregelen zijn vastgelegd in het Stroomgebiedbeheerplan (SGBP3) Rijn-West, de Uitvoeringsstrategie waterkwaliteit overig water en de strategie microverontreinigingen. De waterkwaliteit in het gebied van Delfland voldoet nog niet aan de gestelde doelen. Het palet aan maatregelen dat we hebben ingezet blijft er één van lange adem. Wij blijven inzetten op de trendbreuk en gaan komend jaar door met realiseren van waternatuur, sturen op verminderen van emissies en beïnvloeden van medeoverheden en ketenpartners. Wat doen we in 2026 anders? - We schuiven op naar een lager schaalniveau om te sturen: niet alleen KRW-lichamen en overig water, maar naar gemeentelijk niveau en zelfs lager (denk aan slootniveau bij kassen). - We presenteren de situatie van de waterkwaliteit zowel vanuit de normen (one out, all out) als de onderliggende voortgang. - We werken adaptief en doorlopen voortdurend de cyclus inzicht, rapportage, maken/bijsturen afspraken en ultimo aanspreken. Deze basis staat voor de glastuinbouw. Bij de 'Staat van ons water' en overige emissies in stedelijk gebied, implementeren we deze cyclus ook met gemeenten.
Verwacht resultaat in 2026
De belangrijkste zijn: - Realiseren van de afgesproken maatregelen die opgenomen zijn in de genoemde beleidsdocumenten (inclusief Coalitieakkoord). - Starten met het beschermen van waternatuur (specifiek NEZ) tegen vraatschade van rivierkreeften in 2026. - Borgen van afspraken met onder andere gemeenten, PZH en de glastuinbouw. Dit is in het kader van de transitie van 'afspreken naar aanspreken'. - Borgen van ons beleid voor de toekomst in SGBP4 (2028-2033).
Wat gaan we daarvoor doen?
Verminderen emissies
- Glastuinbouw: We intensiveren onze aanpak in deze sector. We ontwikkelen nieuwe regelgeving gericht op de glastuinbouw. We voeren het meten op slootniveau stapsgewijs door in alle polders. - Overig: We implementeren in 2026 een risicogestuurde bronaanpak voor stedelijke en industriële emissies, zoals gemeentelijke riolering (foutaansluitingen), KRW-probleemstoffen en Zeer zorgwekkende stoffen.
Transitie
We geven de transitie 'van afspreken naar aanspreken' verder vorm door onder andere: - voor overige emissies op het lagere schaalniveau data en rapportages te verzamelen en hierop lokaal het gesprek aan te gaan; - in de glastuinbouw afspraken met ketenpartners en medeoverheden te maken en achterblijvers aan te spreken; en - met de 'Staat van ons water' rapportages en afspraken op gemeentelijk niveau te maken.
Stroomgebiedbeheersplan
De doelen en maatregelen uit SGBP3 vormen de basis voor strategische keuzes en leveren input voor SGBP4, wat resulteert in een aangepast maatregelenpakket om de KRW-doelen te behalen of zo dicht mogelijk te benaderen. Wij leggen de bijdrage van Delfland voor het SGBP4 (voor de periode 2028-2033) in 2026 aan de VV voor ter besluitvorming.
Waternatuur
- Aanleggen: we realiseren meer waternatuur in de vorm van bijvoorbeeld Natte Ecologische Zones (NEZ), vispassages en mitigerende maatregelen. Dit doen we in lokaal en KRW-water. - Beschermen: Waar nodig treffen we beschermende maatregelen tegen ganzen met wildbeheer en rivierkreeften met grootschalige afvang. Het streven is om in 2027 circa 50 kilometer NEZ te hebben beschermd tegen Amerikaanse rivierkreeft. - Onderhoud: We intensiveren het onderhoud van waternatuur om ecologische waarden zoveel mogelijk te behouden. Ecologisch maaien en baggeren zetten we voort.

Prestatie-indicatoren

3.2.1 .2 Tabel: Prestatie-indicatoren:

Programmalijn: Waterkwaliteit
Prestatie-indicatoren	Rekening 2024	Prognose 2025	Begroting 2026	Raming 2027	Raming 2028	Raming 2029	Raming 2030
1) Zomergemiddelde stikstofgehalte Boezem Westland/Midden Delfland & Boezem Haaglanden/Schie	2,2 & 2,9 mg/l	2,1 & 1,9 mg/l	2,0 & 1,8 mg/l	2,0 & 1,8 mg/l	2,0 & 1,8 mg/l	2,0 & 1,8 mg/l	2,0 & 1,8 mg/l
2) Toxiciteit: percentage metingen gewasbeschermingsmiddelen dat geen belemmeringen geeft voor ecologie	84%**	30%	50%	100%	100%	100%	100%

** Betreft oude prestatie-indicator die nu niet meer van toepassing is vanaf 2025.

De PI ecologische sleutelfactoren komt met ingang van 2026 te vervallen. De PI geeft onvoldoende zicht op ontwikkelingen in de waternatuur. Het is niet simpel één indicator voor de vooruitgang van de waternatuur te tonen. Daarom is gekozen voor opnemen van het genuanceerde beeld aan de hand van een aantal indicatoren in de voortgangsrapportage waterkwaliteit in plaats van in de begrotingscyclus.

Exploitatie

3.2.1.3 Tabel: Exploitatie

Bedragen * €1.000
Programmalijn Waterkwaliteit	Rekening 2024	Begroting 2025	Begroting 2026	Raming 2027	Raming 2028	Raming 2029	Raming 2030
Lasten	10.921	14.162	17.372	17.930	14.689	14.694	14.680
Baten	20	-100	-100	-110	-110	-110	-110
Netto kosten	10.941	14.062	17.272	17.820	14.579	14.584	14.570

Toelichting:

De toename van de netto kosten in 2026 ten opzichte van 2025 van € 3,2 miljoen wordt volledig veroorzaakt door hogere lasten.

Programmalijn Waterkwaliteit (toename lasten € 3,2 miljoen)
De belangrijkste afwijkingen zijn:

Incidenteel extra budget voor voorbereiding en wegvangen van rivierkreeften. Ook in 2026 is hiervoor budget. Vanaf 2027 valt dit budget weg.

€2,4

Hogere kapitaallasten

€0,3

Diverse kleine posten

€0,5

Investeringen

3.2.1 .4 Tabel: Investeringen

Bedragen * €1.000
Programma lijn	Rekening 2024	Begroting 2025	Begroting 2026	Raming 2027	Raming 2028	Raming 2029	Raming 2030
Waterkwaliteit	1.946	3.135	3.332	2.924	3.031	2.000	2.000

Toelichting:

In 2026 werken we verder aan de realisatie van zes vispassages, waarvan er één volgens de planning in 2026 wordt opgeleverd en de overige in 2027. Ook werken we in 2026 aan ruim vijftien NEZ-projecten, waarvan we er dertien opleveren. Elf van deze projecten zijn herstelprojecten van natuurvriendelijke oevers, vispaaiplaatsen en drijvende oevers waarbij we eerder aangelegde NEZ's geheel of deels opnieuw inrichten. Dit gebeurt vaak in combinatie met de aanleg van een (verbeterde) golfbreker om de effecten van recreatievaart te mitigeren.