We hanteren een organisatiebreed risicobeleid waarmee we onze risicopositie en het benodigde weerstandsvermogen op een consistente manier in beeld brengen. Hiermee voldoen we aan de wettelijke verplichting voor waterschappen om risico’s in kaart te brengen en beleid te ontwikkelen om deze risico’s af te dekken. Halfjaarlijks actualiseren we de top-risico’s (risiconiveaus hoog en zeer hoog, of anderszins strategisch relevant) en de beheersmaatregelen die we daarvoor getroffen hebben.
Sinds de laatste actualisatie (per eind 2024; opgenomen in de Jaarstukken 2024) is het risicobeeld stabiel gebleven. We identificeerden de afgelopen periode geen nieuwe top-risico’s. Wel voerden we twee risico’s af:
- ‘Ontbreken gedragscode Wet natuurbescherming’: door de inwerkingtreding van een nieuwe gedragscode per 1 april 2025, is dit risico niet meer relevant.
- ‘Lange-termijn systeemeisen waterketen’: door te werken aan een routekaart voor de implementatie van de Europese Stedelijke richtlijn afvalwater, ontstaat een steeds beter beeld van de impact op de installaties van Delfland. Hierdoor neemt de onzekerheid, en daarmee het risico, af. De risico-inschatting is daarmee gedaald naar ‘medium’ (was: ‘hoog’). Dit risico gaan we op operationeel-tactisch niveau verder monitoren en beheersen.
Een actueel overzicht van de top-risico’s is te vinden in onderstaande tabel. Het weergegeven risiconiveau betreft het restrisico. Dat wil zeggen het huidige risiconiveau, gegeven de al geïmplementeerde beheersmaatregelen.
4.2.2.1 Tabel: Overzicht top-risico's

Benodigd weerstandsvermogen
Het benodigde weerstandsvermogen is de financiële buffer die Delfland minimaal nodig heeft om onvoorziene kosten als gevolg van optredende incidenten gedurende het boekjaar 2026 te kunnen opvangen. De minimaal benodigde weerstandscapaciteit is bestuurlijk vastgesteld op € 25 miljoen. Elk jaar berekenen we of, op grond van de actuele risicopositie van Delfland, dit bedrag met tenminste 95% zekerheid voldoende is om financiële schade door optredende risico’s te kunnen opvangen.
Voor die berekening wegen alleen risico’s mee met een potentiële financiële impact tussen de 1 en 100 miljoen euro per incident. Incidenten met een impact lager dan € 1 miljoen kunnen we veelal in onze eigen begroting opvangen. Incidenten met een impact hoger dan € 100 miljoen overstijgen de draagkracht van Delfland en maken een beroep op landelijke regelingen noodzakelijk.
In de volgende tabel staat in welke mate de geïdentificeerde risico’s een aandeel hebben in de omvang van het benodigde weerstandsvermogen. Om de omvang van de algemene reserve weerstandsvermogen per taak te beoordelen, rekenen we de risico’s toe aan de twee wettelijke taken: zuiveringsbeheer (ZB) en watersysteembeheer (WS). Enkele risico’s hebben betrekking op beide taken.
4.2.2.2 Tabel: Top-risico's en aandeel in omvang van benodigd weerstandsvermogen
Bedragen * € 1 miljoen | ||||
Nr | Omschrijving | Risico | Taak | Bedrag |
|---|---|---|---|---|
1 | Wateroverlast | Zeer Hoog | WS | 3,7 |
2 | Niet voldoen aan KRW-verplichtingen | Zeer Hoog | WS | - |
3 | Dijkdoorbraak primaire waterkering | Hoog | WS | - |
4 | Dijkdoorbraak regionale waterkeringen | Hoog | WS | 5,5 |
5 | Lokale verontreiniging watergang door incident | Hoog | WS | 1,7 |
6 | Ongeval tijdens werkzaamheden | Hoog | WS & ZB | - |
7 | Vertrouwelijkheid en integriteit van IV | Hoog | WS & ZB | - |
8 | Explosieve groei blauwalg en kroos | Hoog | WS | - |
9 | Verleggen persleidingen op aangeven derden | Hoog | ZB | - |
10 | Fluctuatie dienstverlening vergoeding PPS | Hoog | ZB | 2,2 |
11 | Functionele mismatch van installaties | Hoog | ZB | 0,8 |
12 | Onvoldoende Zoet Water beschikbaar door droogte | Hoog | WS | - |
13 | Microverontreiningen bij baggerwerken | Hoog | WS | - |
14 | Beschikbaarheid IV | Hoog | WS & ZB | 5,5 |
15 | Veroudering zuiveringsinstallaties | Hoog | ZB | - |
16 | Microverontreinigingen in oppervlaktewater | Hoog | WS | - |
17 | Assets AHR onvoldoende kwaliteit bij einde PPS contract | Hoog | ZB | - |
18 | Geen afvoermogelijkheid HNP naar zee | Hoog | ZB | 5,5 |
19 | Pandemie | Medium | WS & ZB | - |
20 | Waterzuivering Vergulde Hand is in 2030 niet operationeel | Medium | ZB | - |
Totaal | 25,0 | |||
Beschikbare weerstandsvermogen
Het beschikbare weerstandsvermogen bestaat uit het geheel aan beschikbare middelen om de risico’s financieel af te dekken. Naast de (wettelijk verplichte) post voor onvoorzien gaat het om de algemene reserve voor zowel het watersysteem als de zuivering. De omvang van deze middelen per 1 januari 2026 bedraagt € 45,9 miljoen, zoals weergegeven in de volgende tabel.
4.2.2.3 Tabel: Beschikbaar weerstandsvermogen
Bedragen * € 1 miljoen | |
|---|---|
Onderdeel weerstandsvermogen | 01-01-26 |
Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem | 27,6 |
Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering | 7,4 |
Algemene reserve vrij besteedbaar | 10,9 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 45,9 |
Beoordeling weerstandsvermogen
De ratio van het weerstandsvermogen van Delfland per 1 januari 2026 is als volgt:
4.2.2.4 Tabel: Beoordeling weerstandsvermogen
Bedragen * € 1 miljoen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | 45,9 | = | 1,8 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 25,0 |
4.2.2.5 Tabel: Waarderingsopbouw
Waarderingscijfer | Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
|---|---|---|
A | 2,0 < x | Uitstekend |
B | 1,4 < x < 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 < x < 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 < x < 1,0 | Matig |
E | 0,6 < x < 0,8 | Onvoldoende |
F | x < 0,6 | Ruim onvoldoende |
We streven naar een ratio weerstandsvermogen (x) van tussen de 1,0 en 1,4. Op grond van de waarderingstabel is ons weerstandsvermogen ruim voldoende.
4.2.2 .6 Tabel: Meerjarige ontwikkeling weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit
Bedragen * € 1 miljoen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
Onderdeel weerstandsvermogen | Begroting 2026 | Raming 2027 | Raming 2028 | Raming 2029 | Raming 2030 |
Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem | 27,6 | 27,6 | 27,6 | 27,6 | 27,6 |
Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 |
Algemene reserve vrij besteedbaar | 7,1 | 6,2 | 5,1 | 0,9 | 0,0 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 42,1 | 41,2 | 40,1 | 35,9 | 35,0 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 25,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 | 25,0 |
Ratio | 1,7 | 1,6 | 1,6 | 1,4 | 1,4 |
Ook meerjarig is het weerstandsvermogen ruim voldoende en neemt af tot 1,4. Omdat we jaarlijks een nul-resultaat begroten, wordt er niets toegevoegd aan de algemene reserve vrij besteedbaar, terwijl we deze in een periode van vijf jaar wel volledig onttrekken. Hierdoor neemt de totaal beschikbare weerstandscapaciteit af. Het hoofdbestandsdeel hiervan bestaat uit de twee algemene reserves weerstandsvermogen. Die zijn samen € 35 miljoen, waardoor de ratio niet onder de 1,4 komt.
